De wegkapitein, herkenbaar aan een rode armband, is het eerste aanspreekpunt in de groep. Heeft regelmatig contact met de rituitzetter, deze is herkenbaar aan een blauwe armband, en de buschauffeur en draagt door zijn optreden bij aan veiligheid van de groep.
- Voor elke rit zal één wegkapitein aangewezen worden als eerst optredend, de eventueel andere wegkapiteins assisteren hem.
- Spreekt samen met de volgbuschauffeur de te rijden rit met de rituitzetter vooraf door.
- Evalueert waar nodig de rit met de rituitzetter en chauffeur.
- Overlegt met de groep over de te rijden rit wanneer de rituitzetter verstek laat gaan.
- Spreekt leden aan die zonder helm verschijnen.
- Zorgt voor de communicatie met de buschauffeur en let er op dat de bus nog steeds aansluiting heeft met de groep.
- Splitst de groep als deze te groot is (> 24 personen) en houdt de onderlinge afstand (circa 200 meter) in de gaten.
- Splitst de groep als de samenstelling, de weersomstandigheden en/of het (bochtige) parcours hier aanleiding toe geeft.
- Wijst een 2e wegkapitein aan voor deze 2e groep.
- Let er op dat de sterkste fietsers in de 2e groep rijden en/of dat de 2e groep groter is van omvang.
- Zorgt ervoor dat, bij harde wind, een tweede waaier wordt gevormd en houdt deze in stand door sterke fietsers aan te wijzen om te helpen.
- Past de snelheid van de groep aan als de bus moet stoppen of achterop raakt.
- Verlaagt het tempo als meerdere fietsers in de groep vermoeid raken en niet meer mee kunnen.
- Overlegt met de rituitzetter bij een zware tocht om de rit in te korten.
- Adviseert erg vermoeide fietsers om (voor hun eigen veiligheid) in de bus te stappen.
- Ziet er op toe dat er (zo lang mogelijk) twee aan twee gereden wordt.
- Neemt alle maatregelen die nodig zijn om veiligheid te waarborgen.
- Kan de groep laten stoppen om te schuilen, (regen)kleding aan/uittrekken, collectieve (plas)pauze, wachten op de volgbus, etc.
- Spreekt leden aan die (te) lang op kop rijden.
- Spreekt leden aan die zich niet aan de reguliere snelheid houden.
- Is de contactpersoon bij calamiteiten naar externe partijen en het bestuur.
Alle fietsers in de groep volgen de verzoeken en/of aanwijzingen van wegkapitein(s) op !
ENKELE REGELS BIJ HET UITZETTEN VAN EEN RIT
- De bus moet altijd kunnen volgen, let dus op eenrichtingverkeer, enz.
- Rij bij voorkeur niet door drukke en gevaarlijke dorps- of stadskernen, als het niet anders kan wordt het tempo aangepast aan de situatie.
- Niet (of slechts minimaal) afwijken van de afstand zoals vermeld in het jaarprogramma (vooral in het begin van het seizoen).
- Informeer voor het vertrek de chauffeur en de wegkapitein(s) over de te rijden route (geef de doorkomst-plaatsen altijd op papier aan de chauffeur).
- Wissel ook altijd je 06 nummer uit met de chauffeur.
- Rij de tocht als rituitzetter (kort) al een keer vooraf. Dit om zo weinig mogelijk onvoorziene omstandigheden tegen te komen.
- Zorg voor een veilige route. Voor de laatste 5 kilometers: vermijd dorpskernen en gevaarlijke kruisingen.
- De rituitzetter blijft altijd in het eerste deel van de groep rijden, om een goede communicatie met de koprijders te waarborgen en geeft op tijd de richting aan. De rituitzetter blijft tijdens de rit het aanspreekpunt voor onduidelijkheden en problemen tijdens de rit.
- Wanneer je naam op de kalender staat en je bent op die datum verhinderd, regel dan zelf tijdig een vervanger. Lukt dat niet neem dan tijdig contact op met een wegkapitein van de groep.
- De rituitzetter wordt vriendelijk verzocht 15 minuten voor vertrek de chauffeur te helpen met het materiaal uit de materiaalcontainer te halen.
- De rituitzetter helpt de chauffeur na aankomst het materiaal weer in de container te zetten en evalueert eventuele knelpunten onderweg met chauffeur en wegkapitein(s).